Twintig over vijf

De wijzerplaat van de klok aan de kerk van Saint Julien-de-Civry. Er hangt alleen een aan de zuidzijde van de toren. West, noord en oost moeten het doen met het aantal slagen op het hele uur. Goed, nu ben ik als Limburger gewend om bijvoorbeeld de tijd aan te geven als: het is twintig minuten over vijf, of twintig minuten voor zes etc. Nou is het gekke dat de, Brabantse, vrouw des huizes altijd zegt: het is tien voor half zes, of tien over half zes. Wat is nu eigenlijk correct? Die vraag heb ik voorgelegd aan de ‘Taaladviesdienst Onze Taal’. Omdat ik lid ben van het Genootschap Onze Taal, is het advies gratis. Oké, wat is hun advies:
“Het tijdstip 17.40 uur kan zowel ‘tien (minuten) over halfzes’ als ‘twintig (minuten) voor zes’ worden genoemd. En 17.20 uur kan zowel ‘twintig over vijf’ als ‘tien voor halfzes’ worden genoemd. Het gebruikelijkst zijn ‘tien (minuten) over halfzes’ en ‘tien voor halfzes’. De aanduidingen ‘twintig voor zes’ en ‘twintig over vijf’ komen in bepaalde delen van Nederland en vooral Vlaanderen wel voor, maar ze komen op anderen soms als verouderd of als dialect over. Waarom dit zo is, is niet precies bekend. Vermoedelijk is het omdat er van oudsher niet met grotere eenheden dan kwartieren werd gerekend. Je telt tot het kwartier en gaat dan over naar het volgende kwartier“.
Het is me duidelijk.