
Vroeger waren er in de dorpen allemaal winkeltjes. Een bakker, slager, kruidenier, een of meer cafés, misschien een restaurantje. Dat is voorbij. Je mag blij zijn als er nog een bakker is of een klein supermarktje. Aan de gevels in een straatje kun je zien dat het een winkel is geweest. Kenmerkend is een groot raam waardoor je naar binnen kon kijken. Tenminste als de luxaflex omhoog was getrokken. Een winkel voor muziekinstrumenten zal het niet geweest zijn.
geef een reactie